Ons verhaal over het gespeend worden van onze zoon Alfred op basis van de instructies van de Natuurlijke Hygiëne, in het kader van een meer algemene hygiënistische ondersteuning bij het grootbrengen van kinderen.
Door Michela Bianchini en Daniele Bricchi
januari 2006
Enkele ouders hebben ons gevraagd om iets te schrijven over de verschillende etappes en gebruiken op de weg van de Natuurlijke Hygiëne. Het ging hun dan met name over de bijzondere manier van gespeend en gevoed worden, omdat deze handelswijze waarschijnlijk een van de redenen is dat de kleine Alfred een heel goede/optimale gezondheid geniet.
In feite hebben we in de Natuurlijke Hygiëne veel antwoorden gevonden die we ergens anders niet konden vinden.
Onze zoon, die nu bijna vier jaar is, heeft nog nooit enige vorm van therapie/behandeling nodig gehad. We hoefden niet onze toevlucht te nemen tot vaccins, antibiotica, of andere chemische medicijnen, en we hadden zelfs geen hulp nodig van alternatieve (traditionele) geneeswijzen, zoals homeopathie, fitotherapie, ayurvedische geneeswijze etc.
Wij hebben besloten om onze ervaringen op te schrijven, omdat die nuttig zouden kunnen zijn voor heel veel andere ouders, en voor iedereen die geïnteresseerd is in het onderwerp "kind en gezondheid".
We zijn ervan overtuigd dat, wanneer de kennis van de Natuurlijk Hygiëne ter beschikking zou staan voor iedereen, deze kennis de oplossing zou zijn voor de problemen van miljoenen mensen – het is een wetenschap van de gezondheid, en het zou werkelijk onjuist en wreed zijn dat die kennis niet verbreid zou worden.
Voordat we iets vertellen over het gespeend worden, willen we kort enkele opmerkingen ter overdenking maken.
Het is noodzakelijk om te onderstrepen dat de gezondheid van een individu niet slechts/alleen afhangt van zijn manier van zich voeden, en van zijn gedrag vanaf z’n geboorte en verder, maar ook van de manier van geboren worden, (gezien de problemen veroorzaakt door de medicalisering van de bevalling), en ook hoe de zwangerschap is verlopen, en nog eerder, hoe de ouders hebben geleefd, en nog verder terug, de grootouders enzovoorts.
Wij zijn afhankelijk van een kiemplasma, van een genetisch erfgoed, waarvan wij de voordelen of defecten kunnen erven, een goed energieniveau, maar ook erfelijke ziekten.
Daaruit volgt, dat de toekomstige ouder, wanneer hij van zichzelf houdt, wanneer hij goede zorg voor zichzelf heeft, een intelligente levensstijl volgt, niet alleen daar zelf van profiteert, maar daarmee ook voorkomt dat hij z’n eigen genen schaadt, de genen die de basis van vertrek zijn voor z’n toekomstige kinderen.
Over welke 'gewoonten' gaat het hier? Bijvoorbeeld de gewoonte om te roken, om alcoholische dranken te drinken, het gaat over het gebruik van opwekkende middelen zoals cacao en koffie, het gaat over drugs, farmaceutische medicijnen, vaccins, een overmaat aan stress, een overmaat aan gedachten (zorgen hebben) en negatieve gevoelens, te veel of te weinig lichaamsbeweging, onvoldoende rust en slaap, overdadig eten (in het bijzonder te veel proteïnen, te veel zetmeel), weinig zorg en aandacht voor het eten.
En verder: Te veel tijd doorbrengen in gesloten ruimten, plaatsen die vervuild zijn en waar straling is.
Dit alles brengt ons ernstige schade toe, en het werkt ook in op onze genen. Daardoor wordt het des te waarschijnlijker dat we ook onze kinderen aan dergelijke erfelijke ziekten blootstellen.
Zulke gewoonten zijn onder andere de oorzaken van de verzwakking van het individu, of zelfs van het menselijk ras. De toenemende vruchtbaarheidsproblemen of totale onvruchtbaarheid onder mannen en vrouwen zijn enkele van de tekenen van deze "verzwakking van de soort".
Er tekent zich derhalve een individuele verantwoordelijkheid af, niet alleen ten opzichte van onze eigen gezondheid en die van onze kinderen, maar ook ten opzichte van het geheel van alle mensen, en van het systeem in z’n totaliteit, in samenhang met het feit dat we vele entiteiten zijn die alle deel uitmaken van een geheel.
Wij verwijzen de lezer, die zich wil verdiepen in de onderwerpen over de oorzaken van ziekten en kwalen, over de basis van de gezondheid en wat er nodig is voor het zelfbeheer van de eigen gezondheid zonder medicijnen, naar het bestuderen van de boeken en geschriften over de Natuurlijke Hygiëne en dergelijke.
Zo’n studie helpt ook om beter te begrijpen waarom we deze manier van gespeend worden, en de resultaten die daarmee bereikt kunnen worden, hebben gekozen.
We willen vooropstellen dat, ook binnen één en dezelfde methode, de wegen/etappen die men bewandelt, de tijdpaden, en de manier waarop een methode gebruikt wordt, aanmerkelijk kunnen variëren, ten gevolge van het verschil tussen individuen, hun condities, hun situaties, en hun voorbereidingen gedaan gedurende een gegeven traject/periode.
Daarom is het verhaal dat wij hier vertellen niet neergeschreven met de bedoeling dat het letterlijk wordt gekopieerd, wordt nagedaan, maar het wordt aangeboden in de oprechte hoop dat deze beschrijving bij jullie de wens doet opkomen om je in deze materie te verdiepen, dat jullie je meer bewust wordt van deze dingen, en dat jullie het gelezene kunnen verbinden met jullie eigen leven (uniek en niet-herhaalbaar), en dat het jullie dezelfde positieve resultaten kan geven, en zelfs ook betere dan de resultaten die wij hebben verkregen.
Het is belangrijk om zich goed te laten informeren, en zelf te experimenteren, op een zodanige manier dat het mogelijk is om zelf, persoonlijk, bewust te kiezen, en het maken van keuzes niet aan anderen over te laten.
Vooropgesteld is, dat de voorbereiding van de bevalling van aanzienlijk belang is.
Wij willen onze beschrijving nu beginnen op het moment van de geboorte van onze zoon Alfred.
Twee dierbare vriendinnen en twee goede vroedvrouwen van het ziekenhuis van PorrettaTerme (een centrum waar ze de natuurlijk bevalling praktiseren), hebben geassisteerd bij de geboorte van Alfred. Een bevalling zonder haast, zonder druk, en zonder ingrepen van welke soort dan ook.
We hebben gewacht met het doorknippen van de navelstreng, totdat het kloppen vanzelf ophield.
Nadat Daniele de navelstreng had doorgeknipt, heeft hij de ogen van de kleine schoongemaakt met een katoenen watten en schoon water.
Wij hebben geweigerd dat het kind behandeld werd met zalf met antibiotica.
Ook de praktijk van de injectie met vitamine K hebben we verworpen.
We hebben vermeden dat het kind gewassen werd, zodat z’n natuurlijke beschermende laagje niet zou worden verwijderd.
We hebben vermeden dat de kleine van z’n moeder gescheiden zou worden, om welke reden dan ook.
We hebben ons ervan verzekerd dat hem geen water met suiker of een andere toevoeging werd toegediend.
De volgende dag hebben we het ziekenhuis verlaten.
Michela heeft gedurende de zwangerschap overwegend vegetarisch gegeten, zonder vlees en zuivel(producten), een voeding rijk aan alle soorten fruit en rauwe groenten, en rauwe zaden (sesamzaad, zonnebloempitten), gedroogd fruit (dadels, rozijnen, vijgen, abrikozen), noten (walnoten, amandelen, hazelnoten, pistachenoten – niet gezouten en niet geroosterd), gekookte groenten (pompoen, bieten, venkel), aardappels, en wat peulvruchten, met name linzen, en ook volkorenrijst, -gierst, -boekweit en -spelt.
Enkele eieren per week.
Met dit dieet is ze doorgegaan na de bevalling, tijdens de borstvoeding-periode.
Iedere vrouw die voldoende/goed geïnformeerd is, ondersteuning heeft en bemoedigd wordt, kan aan haar eigen kinderen borstvoeding geven.
Alfred heeft moedermelk (borstvoeding) van z’n mamy Michela gekregen – het was z’n enige voedingsmiddel voor de eerste zes maanden.
Op één uitzondering na: op de avond van z’n derde levensdag huilde hij heel hard, en het leek alsof hij helemaal niet wou slapen. (Die keer konden we ons de moeilijke situatie voorstellen van ouders met een kind dat langere tijd niet kan slapen.)
De moedermelk was nog niet toegeschoten (dat gebeurde op de vijfde dag), en het leek ons dat Alfred op dat moment niet tevreden was met het colostrum (de 'voormelk').
We besloten daarom om een halve zoete rijpe sinaasappel uit te persen, en het sap in een flesje met speen te doen, zodat Alfred kon drinken. En Alfred liet merken dat hij ons idee heel goed kon waarderen: Toen hij het sap kreeg, hield hij meteen op met huilen, slurpte het sap allemaal op, en toen viel hij in slaap, en sliep de hele nacht diep.
Borstvoeding
Frequentie van de borstvoedingen, zo vaak als Alfred erom ‚vroeg’: 5 keer per dag (soms maar 4).
Verspreid als volgt:
de 1e tussen 6:00 en 8:00 uur;
de 2e tussen 9:00 en 11:00 uur;
de 3e tussen 12:00 en 14:00 uur;
de 4e 15:00 en 17:00 uur
en de 5e tussen 19:00 und 21:00 uur.
Alfred hield ongeveer 3 tot 4 uur tussenruimte tussen de ene voeding en de andere. Zulke lange tussenpozen geven het voedsel voldoende tijd om verteerd te worden, voordat de volgende melk in de ingewanden zal arriveren. Zo werden eventuele kleine indigesties voor het merendeel voorkomen. Wanneer deze indigesties zich herhalen, kunnen ze tenslotte een ontsteking en een chronische staat van gastro-intestinale vervuiling creëren. En dat heet "toxemie". Hieruit zouden niet alleen het uitspugen van de melk en kolieken kunnen ontstaan, maar ook alle ‘gewone’ kinderziekten (die zo vaak voorkomen dat men al denkt dat ze niet te bestrijden en normaal zijn).
Op basis van onze studie van de Natuurlijke Hygiëne zijn wij overtuigd van de onwenselijkheid en schadelijkheid, èn voor het kind, èn voor de moeder, van te veel voedingen op een dag, en van de nachtvoeding. Wij hebben er dus voor gezorgd om de psychische en omgevingsvoorwaarden te scheppen, dat Alfred in de eerste zes maanden de hele nacht door kon slapen.
In de 6e maand besloot Michela dat het moment was gekomen om de borstvoedingen te gaan minderen. Alfred had intussen z’n eerste snijtanden gekregen, zowel beneden als boven twee, en gaf er blijk van dat hij interesse had in fruit. Michela besloot om de voeding van 10.00 uur te vervangen door sinaasappelsap. Op dat moment begon Alfred om een nachtvoeding te vragen.
Het is belangrijk om nooit suiker of een ander zoetmiddel aan het fruit toe te voegen. En het is goed om het sap meteen na de bereiding op te (laten) eten, want lucht en licht beïnvloeden de kostbare voedingsstoffen snel.
Vermijd onrijp (zuur) fruit, geef de voorkeur aan goed gerijpt fruit, indien mogelijk fruit dat op natuurlijke (biologische) wijze is geteeld.
Fruit altijd als mono-maaltijd (=alléén fruit) aanbieden, en altijd geruime tijd voor of na de melk-maaltijden.
Wij zijn tegen het geven van voedingen op door de ouders vastgestelde tijden: Een kind moet niet eten wanneer het geen honger heeft. Het is belangrijk voor de ouders om te begrijpen dat het huilen voor het kind een manier is om allerlei verschillende gemoedstoestanden en wensen te uiten. We zijn ervan overtuigd dat het huilen vaak ten onrechte wordt gezien als het nodig hebben van eten, - het kan ook een andere oorzaak hebben- en zodoende leidt het voeden tot óvereten, waartegen het organisme zich vroeg of later gaat verdedigen, waarbij verschillende symptomen optreden.
Een maand later besloten we om de voeding van 16.00 uur achterwege te laten, en die te vervangen door een maaltijd van druivensap, natuurlijk steeds vers geperst, thuis, rauw. Sinaasappel in de ochtend en druivensap in de namiddag tot aan de achtste maand.
Tot het einde van het eerste jaar hebben we als volgt gehandeld:
Vier maaltijden van borstvoeding en twee van fruit.
In de ochtend moedermelk, halverwege de ochtend sinaasappelsap, lunch moedermelk, halverwege de middag zoet/zacht fruit, en 's avonds opnieuw moedermelk, en tenslotte een nachtborstvoeding.
Elk nieuw voedingsmiddel hebben we in het begin in kleine, en later in steeds grotere hoeveelheden gegeven.
Het fruit dat we hebben gebruikt tot aan het einde van het eerste jaar, bestond uit citrusvruchten, met name sinaasappelen in de ochtend, in de namiddag daarentegen gaven we druiven, eerst als sap, en later in stukjes, of geraspte appels, of appels fijngemaakt met de staafmixer, of kaki, en in het algemeen als mono-maaltijd.
Melk (moedermelk) is een specifiek soort voedingsmiddel, en daarom is er niets dat meer is toegesneden/geschikt en kostbaar voor het kind dan de moedermelk.
Het gehalte aan eiwitten van de moedermelk ligt rond de 1%, terwijl het gehalte aan suiker juist eerder hoog is; vergelijkt men de moedermelk van diverse zoogdieren, dan is de menselijke moedermelk het armst aan proteïne, en het rijkst aan koolhydraten, en de meest zoete.
Ook vanwege deze motieven is fruit, en in het bijzonder fruit dat rijk is aan water, dus weinig geconcentreerd, het beste voedsel om mee te beginnen bij het gespeend worden.
In de eerste maanden van het leven construeert het menselijk wezen spieren, botten, kraakbeen, enzovoorts, en wel op een zo snelle manier, die hij in zijn hele leven nooit meer evenaart.
Hij verdubbelt zijn geboortegewicht gemiddeld in 5-6 maanden.
En dit wordt dus allemaal gerealiseerd met moedermelk, een voedingsmiddel dat 1'1%-1'1,5% eiwit bevat!
Fruit, behalve dan dat het kostbare vitaminen en mineralen bezit, is het voedingsmiddel dat de natuur biedt met het gehalte aan proteïnen dat het dichtst dat van melk benadert, en daarom is het het meest profijtelijk voor het kind, in afwisseling met de moedermelk, tot aan het moment dat het kind bijna het complete gebit heeft.
Een ander argument vóór fruit bestaat in het feit dat het geen zetmeel bevat.
Wij hygiënisten raden aan om later (dan meestal gebruikelijk) met het introduceren van zetmeel te beginnen. Het betreft hier in het bijzonder de granen (cereals). En wanneer met zetmeel wordt begonnen, dan nog met mate. Dit omdat er in het kleine kind nog niet voldoende productie van amylase plaatsvindt (dit is het enzym dat nodig is voor de vertering van zetmeel), en het kind dus niet veel zetmeel kan verteren. En bovendien zijn er nog niet voldoende tanden om de granen goed te kauwen, zodat het ook goed met speeksel gemengd wordt.
Zachte fruitsoorten daarentegen kunnen de kinderen goed stukbijten met hun eerste voortanden.
Wij beschouwen de granen als niet geschikt voor het eerste voedsel bij het gespeend worden.
Rond de 12e maand is de avondvoeding achterwege gelaten, en zijn we begonnen met aanbieden van geprakte banaan (zodoende wordt het zetmeel in suikers omgezet, zodat dit soort fruit beter verteerbaar wordt. Ook begonnen we met amandelmelk, thuis klaargemaakt, en ook met wat gedroogd fruit (dadels, vijgen, rozijnen), dat we hebben fijngemaakt met de staafmixer, tezamen met amandelen of appels.
Tot aan het tweede jaar bestond Alfred's avondmaaltijd voornamelijk uit amandelmelk, gemengd met een banaan en drie dadels, en hij dronk dit uit zijn fles met speen.
Het bereiden van amandelmelk thuis is eenvoudig en kost weinig tijd.
Bereiding van amandelmelk
Ingrediënten:
1/3 kop amandelen, gedopt en uit voorzorg ook gepeld. Het pellen van amandelen gaat makkelijk wanneer de amandelen enkele uren in lauw water zijn geweekt. Het is ook mogelijk om de amandelen 30 seconden in kokend water te leggen (warmtebron uit). De amandelen mogen niet langer in het hete water blijven dan dat nodig is om het velletje te weken, want anders worden de amandelen gekookt. Dus, zo snel mogelijk de amandelen uit het hete water nemen, en afspoelen met koud water, en dan de velletjes verwijderen.
1 kop water
1 banaan
3 dadels zonder pit, en in stukjes gesneden
Bereidingswijze:
De amandelen (met de kop water) fijnmaken met de staafmixer, in 5 minuten.
Wanneer alles goed is fijngemaakt, de banaan en de dadelstukjes toevoegen, en nog wat mixen met de staafmixer, totdat het geheel een homogene 'gebonden' substantie is geworden.
Tot aan 15 maanden zijn we doorgegaan op de beschreven manier, alleen gebruik makend van rauwe voedingsmiddelen.
Daarna hebben we geleidelijk aan ook een maaltijd met gekookt voedsel aangeboden, één maaltijd per dag, en in het begin niet elke dag. Dit hebben we afgewisseld met de borstvoeding van 12.00 uur.
De maaltijd met gekookt voedsel bestond uit gekookte groenten (pompoen, boontjes) en/of aardappels. Geen enkele soort granen/cereals tot op de leeftijd van 2 jaar.
Dus, tot aan ongeveer 21 maanden was het schema:
Een voeding overdag ('s ochtends of als twaalfuurtje), afhankelijk van de ploegendienst van de moeder.
Fruit midden op de ochtend, een gekookte maaltijd eventueel midden op de dag, voorafgegaan door rauwe groente.
In de namiddag fruit. 's Avonds: amandelmelk. 's Nachts: een borstvoeding.
Van 21 tot 23 maanden nam de jongen een borstvoeding in de ochtend of 's nachts.
Eén of twee maaltijden bestaande uit fruit (de fris-zure soorten fruit, dus geen banaan of dadel o.i.d.).
Als lunch een maaltijd van gekookt voedsel, voorafgegaan door rauwe groente (komkommer of wortel of venkel). Een kleine maaltijd in de namiddag van zacht fruit, in z’n geheel, of fijngemaakt met de staafmixer. Avondmaaltijd van amandelmelk.
Van 23 tot 24 maanden: moedermelk = borstvoeding, één keer per dag, één dag wel, en dan twee dagen helemaal niet.
Alfred vroeg niet meer om een borstvoeding 's nachts.
Vanaf de leeftijd van 2 jaar is de borstvoeding onderbroken (d.w.z. gestopt), en zijn we begonnen met het aanbieden van granen zonder gluten, voor de lunch (gierst, rijst, boekweit, maïs), voorafgegaan door een beetje rauwe groente (komkommer, wortels, venkel, tomaten, sla, courgettes).
Een enkele keer gebruikten we alleen een enkel stukje rauw voedsel, maar het is altijd goed om een maaltijd te beginnen met iets rauws, en daarna pas het gekookte eten. Op deze manier wordt leucocytose tegengegaan, een 'toeschieten' van witte bloedlichaampjes in het verteringssysteem wanneer we (alleen) gekookte voedingsmiddelen eten.
Het beginnen met iets rauws helpt ons ook om een geschikte hoeveelheid rauw voedsel binnen te krijgen, elke dag, want dit zijn de meest belangrijke voedingsmiddelen in de humane/menselijke voeding.
In de ochtend: friszuur fruit of halfzoet fruit. In de namiddag fruit en ‘s avonds gekookte groenten.
Een enkele keer peulvruchten, met name linzen, maar vaker nog aardappels, ook al omdat Alfred die heel lekker vond.
We zijn begonnen met het aanbieden van boterpeer (avocado), en een ei per week, in het bijzonder de dooier, soms rauw en soms gekookt. We gebruiken alleen biologische eieren en, zo mogelijk, van kippen uit kleinschalige rennen, en onbevrucht.
Alfred is vegetariër sinds zijn geboorte; hij at helemaal veganistisch tot aan de leeftijd van 2 jaar, en daarna vegetarisch-met-ei.
Dierlijke voedingsmiddelen zijn niet geschikt voor humane consumptie, omdat de mens een vegetariër is (fructovoor, fruit-eter, en fourageerder, verzamelaar, (fruit)plukker), vanwege zijn natuurlijke anatomisch-fysiologische constitutie.
De gegevens betreffende de ernstige schade die vlees en zuivelproducten toebrengen aan de menselijke gezondheid, hebben we uit de wetenschappelijke literatuur gehaald.
Men moet zich ook herinneren dat het carnivorisme (het eten van vlees), behalve dat het een oorzaak van grote narigheid (schade) voor de mens is, en een onwaardig gebruik van de dieren, ook aan de basis ligt van ernstige onevenwichtigheid in het milieu, in aanmerking genomen dat er, om dierlijk eiwit te produceren, 6 à 10 keer de hoeveelheid qua energiebron nodig is als voor de zelfde hoeveelheid plantaardig voedsel.
Er is een nauwe correlatie tussen carnivorisme, ernstige schade aan het milieu, en de honger in de wereld.
Wij geloven dat het op geen enkele manier mogelijk is om de vragen over de gezondheid te scheiden van de vragen met betrekking tot sociale en economische situatie en de situatie van het milieu.
Alle etappes samengevat
- De eerste zes maanden alleen moedermelk, 5 of 6 maaltijden per dag.
- Vanaf de 6e maand begint men met het gespeend worden, met een maaltijd van sinaasappelsap en een nachtelijke borstvoeding; 6 maaltijden per dag, waarvan 5 borstvoeding en 1 citrusvruchtenmaaltijd (midden op de ochtend).
- Vanaf de 7e maand ophouden met de voeding in de namiddag, en dan beginnen met het aanbieden van druivensap; 6 maaltijden per dag, waarvan 4 borstvoeding en 2 fruitmaaltijden (sinaasappel in de ochtend, en druiven in de namiddag).
- Vanaf de 8e maand tot aan de 12e zijn we op dezelfde manier doorgegaan, onder toevoeging van andere soorten fruit in de namiddagmaaltijd, afgewisseld met de druiven, met name appels, maar ook kaki; 6 maaltijden per dag, waarvan 4 borstvoeding en 2 fruitmaaltijden.
- Vanaf de 12e maand zijn we opgehouden met de avondborstvoeding, en zijn we begonnen met het aanbieden van amandelmelk (thuis gemixt, met de staafmixer, samen met banaan en gedroogd/geconcentreerd zoet fruit); 6 maaltijden per dag, waarvan 3 borstvoeding en 2 fruitmaaltijden en 1 maaltijd van amandelmelk met fruit. Deze vorm van avondmaaltijd ging door tot aan het einde van het tweede jaar.
- In de 15e maand at de jongen z’n eerste gekookte maaltijd, en zo zijn we begonnen, geleidelijk en niet elke dag, met het aanbieden van gekookte groenten in de lunchmaaltijd, en die afgewisseld met een borstvoeding; 6 maaltijden per dag, waarvan 2-3 borstvoeding, 2 fruitmaaltijden (midden op de ochtend, en in de namiddag), 1 groentemaaltijd (niet elke dag), 1 maaltijd van amandelmelk ('s avonds).
- Vanaf de 21e maand: één borstvoeding, en die werd 's ochtends of nachts gegeven;
5 of 6 maaltijden per dag, waarvan 1 borstvoeding, 2 of 3 fruitmaaltijden, 1 maaltijd van gekookte groente (nu elke dag), 1 maaltijd van amandelmelk.
- Vanaf de 23e maand werd de borstvoeding om de andere dag gegeven, en de jongen vroeg niet meer om een nachtborstvoeding.
- Aan het einde van het 2e jaar werd de ochtendborstvoeding beëindigd.
Er werd begonnen met de eerste graanproducten, streng zonder gluten.
We breidden het dieet uit met een avocado en 1 of 2 biologische eieren in de week;
5 maaltijden per dag, waarvan 2 of 3 rauwe maaltijden, voornamelijk fruit, en 1 of 2 van gekookt voedsel (groenten en of graanproducten).
- Vanaf 2 jaar en 6 maanden werd begonnen met het zo nu en dan aanbieden van graanproducten met gluten, zoals spelt en kamut, terwijl rogge en gerst en in het bijzonder gewone tarwe (triticum vulgare) nog steeds heel zelden werden aangeboden.
4 of 5 maaltijden per dag, waarvan 2 of 3 van rauw voedsel, en 1 of 2 van gekookt voedsel.
Er zijn dagen waarop we uitsluitend hele, rauwe, levende voedingsmiddelen eten.
Zout (natriumchloride) hebben we vóór het derde jaar niet gegeven, en daarna dan nog slechts in geringe mate. We beschouwen dit anorganische zout als schadelijk voor de mens. De zouten waaraan we behoefte hebben, zijn inbegrepen in de voedingsmiddelen, en dat zijn organische zouten, dus geschikt om te worden geabsorbeerd door mens en dier.
Gelukkig geeft de terugkeer naar gezonde gewoonten onze smaakpapillen de kans om de eigen gevoeligheid terug te vinden. Zo proeven de smaakpapillen de echte smaak van de natuurlijke voedingsmiddelen, die op deze manier veel smakelijker zijn zonder dat ze aangemaakt (met zout of saus o.i.d.) behoeven te worden.
Het is goed om fruit, dat behandeld met conserveringsmiddelen is, te vermijden. Het gaat dan zowel over conserveringsmiddelen aan de buitenkant, als gezwaveld fruit, want dat is giftig. Het zwavelen dient om het gedroogde fruit 'op kleur' te houden (normaal gesproken kan fruit bij het drogen donkerder worden).
We hebben het gebruik van soja en alle soja-producten vermeden.
Seitan, en diverse producten op basis van gluten, zijn niet inbegrepen in het programma, noch gedurende nog na het gespeend worden.
De voedingsproducten voor de kindertijd, zoals poedermelk, gehomogeniseerde melk en allerlei kant-en-klare pap-producten, worden helemaal niet in aanmerking genomen, worden niet gebruikt in geen enkele mate, want behalve dat die voedingsproducten gedevitaliseerd zijn, beantwoorden ze niet in het minst op een geschikte manier aan de werkelijke voedingsbehoeften van de kinderen.
We hebben elke maaltijd thuis klaargemaakt, uitgaande van verse, hele (integrale), rauwe voedingsmiddelen.
Fruit mag nooit na een maaltijd met proteïnen of zetmeel gegeten worden.
Voedingsmiddelen met een hoog gehalte aan proteïnen en zetmeel mogen niet in dezelfde maaltijd gegeten worden.
Het is aan te bevelen om een goed boek te lezen over het juist (of juist niet) combineren van voedingsmiddelen. Zo komt men te weten wat het belang is van deze maatregelen.
Azijn, van welk soort dan ook, is verboden, want het houdt de assimilatie van de voeding tegen (ook die van ijzer).
De dingen die wij kiezen om ons eten aan te maken, zijn: biologische olijfolie van 'extra vergine' (extra vierge) kwaliteit, en zo mogelijk koudgeperst, en van zekere herkomst; en verder citroen, en rijpe avocado.
Dikwijls maken we zelf thuis brood, koekjes, focaccia, pizza met of zonder gluten, met rijstmeel, boekweit, gierst, spelt, en we malen de granen op het moment dat we ze nodig hebben met een kleine steenmolen, die we hebben aangeschaft, en zo kunnen we steeds niet-geoxideerd meel te hebben.
Algemene punten ter oriëntering
Vaccinaties zijn een ernstig gevaar voor de gezondheid. De ouders die gemakzucht en gelatenheid overwinnen, besluiten om zich beter te informeren en werkelijk tot op de bodem van het vraagstuk te gaan. Uiteindelijk bevrijden ze zich van de angsten en vrees, en weten ze goed welke keuzes ze moeten maken. Wie zich laat inenten neemt meer risico’s, en de kinderen die niet ingeënt zijn, zijn gezonder dan de wel ingeënte kinderen.
Wat betreft amalgaamvullingen in tanden en kiezen: wij geloven dat die zo snel mogelijk verwijderd moeten worden, door een competente tandarts, en dit in een beschermde omgeving. Dit laatste omdat het mercurium (kwikzilver) dat vrijkomt, niet alleen de moeder kan vergiftigen, maar ook de foetus kan bereiken door de membranen van de placenta, en later de zuigeling kan vergiftigen via de moedermelk.
We hebben ervoor gekozen om niet onze toevlucht te nemen tot fopspenen en kinder-rollator (looprekje).
We hebben ook geen wegwerpluiers gebruikt, maar luiers die gewassen en hergebruikt kunnen worden, en die ecologisch afbreekbaar zijn.
De wegwerpluiers zijn om twee redenen af te raden. Het percentage afval (restafval) dat die veroorzaken is een aanzienlijk ecologisch probleem. En de luiers bevatten gel, die gebruikt wordt om de absorptie-capaciteit te verhogen, en deze gel is een onnatuurlijk en schadelijk product voor de gebruiker.
Een ander negatief gevolg, dat volgens ons deze industriële luiers veroorzaken, is dat precies vanwege hun superabsorptie de kinderen zich minder nat voelen, en de consequentie daarvan is dat ze zich minder gestimuleerd voelen om op het komen van hun plas en hoop te letten. Zo gaan ze maar door zonder onafhankelijk van de luiers te worden, terwijl, met de geschikte/verplichte maatregelen, ze veel eerder zouden kunnen leren om er minder gebruik van te maken, waarmee ze hun huid ook verschillende irritaties besparen.
In die periode wisten wijzelf nog niet van de methode die het gebruik van de luier helemaal onnodig acht, anders hadden we die wel toegepast.
Het is essentieel dat de ruimte, waarin het kind rust en slaapt, vrij is van lawaai, want dat stoort het kind (ook al blijkt dat niet zo duidelijk). De ruimte moet vrij zijn van electromagnetische straling, van de vrijkomende stank van wasmiddelen, verf en lak, en geuren (parfums etc).
Passief (mee)roken op elke plek vermijden.
En dan hebben we het hier nog niet over de negatieve programmering die de televisie ons geeft, en van de noodzakelijkheid om dit type van tijdverdrijf met aandacht te reguleren.
Maar als er in de kamer van het kind helaas electrische apparaten zoals computer en televisie staan, is het noodzakelijk om de stekkers van de electriciteit en de antenne eruit te halen.
Deze apparaten geven ook straling af wanneer ze uit staan, maar nog wel met het electriciteitscircuit verbonden zijn, dus zouden ze anders het kind, dat de hele nacht in die kamer slaapt, bestralen.
Enkele onderzoeken hebben aan het licht gebracht dat de straling van de mobiele telefoon de gelegenheid geven aan de neurotoxinen om door het encefalisch membraan heen te gaan, en de neuronen om te brengen. Interessanter en zorgwekkender is het feit dat in zekere mate een dergelijk effect is geconstateerd ook op een afstand van 180cm van de mobiele telefoon af.
De schrijvers van dat onderzoek bevelen aan om de kinderen tegen zulke straling te beschermen omdat hun hersens bijzonder kwetsbaar zijn.
Moeder en kind trekken veel profijt uit een dagelijks luchtbad en zonnebad, ook het hele lichaam, wanneer het klimaat dat toelaat. Natuurlijk moet dit met verstand en veilig gedaan worden, zodat we ons niet op een excessieve manier blootstellen, hetgeen schade kan veroorzaken.
Wees ervan verzekerd voldoende tijd in frisse lucht doorbrengen.
Men zou synthetische kleding moeten vermijden, in het bijzonder die kledingstukken waarmee de huid direct in contact komt.
Vermijd om het kind te dik aan te kleden. Het te veel aan kleding en de synthetische stoffen verhinderen de normale transpiratie (het zweet kan niet verdampen).
Het is goed om een totaal-zekere leefsituatie te creëren, zodat het kind z’n behoeften om te bewegen en te spelen kan bevredigen.
Wij als ouders hebben besloten om de terugkeer naar ons werk buitenshuis zo laat mogelijk te doen plaatsvinden, en onze buitenshuis-verplichtingen/activiteiten zo veel mogelijk te beperken.
We hebben het gebruik van de crèche en de peuterspeelzaal zeer beperkt.
Dergelijke keuzen vinden hun grond in onze overtuiging dat het de kinderen heel goed doet om veel tijd met de eigen ouders door te brengen, in het bijzonder met de moeder, en dat op z'n minst in de eerste levensjaren een al te markant/abrupt afscheid hun emotionele ontwikkeling niet ten goede komt.
Veel liefde, knuffels, en veel spel zijn de meest belangrijke voorwaarden voor de psycho-fysieke ontwikkeling van de kinderen.
De prenatale periode en de eerste levensjaren zijn, dus, in zekere zin, beslissend/richting-aangevend voor de gehele toekomst van een individu, en daarom zijn het belangrijke perioden om een goed fundament te leggen.
Aan kleine kinderen voedingsmiddelen met een lage voedingswaarde aanreiken, corrumpeert/bederft gemakkelijk hun smaak, het zet hun instinct op een verkeerd spoor.
Eten dat eigenlijk 'troep' is, zoals bijvoorbeeld witte suiker, maakt onze kinderen gemakkelijk verslaafd en afhankelijk, en dat op een leeftijd waarin ze geen enkele rationele verdediging kunnen hebben.
Wij achten dergelijke voedingsmiddelen gevaarlijk en te ontraden, en we noemen ze 'degeneratief', zelfs al wanneer ze zo nu en dan gegeten worden.
Daarentegen, het aanbieden van gezond voedsel vanaf het begin, dat creëert een smaak en een vertrouwen in dergelijke voedingsmiddelen, die ze niet gemakkelijk zullen verlaten en ook zullen ze zich niet overeten, omdat hun smaakpapillen de noodzakelijke gevoeligheid zullen behouden om de ware smaak van natuurlijk voedsel te kunnen waarderen. Zodoende geven we die kinderen een groot geschenk.
Het kind wordt ook beïnvloed door de levensstijl van degenen die dicht bij hem leven. Men zou kunnen zeggen dat wanneer het kind nog heel klein is, dat het lijkt dat er geen grote problemen zijn, maar de maanden gaan voorbij en hij is snel in staat om het voorbeeld van het gedrag van hen die bij hem zijn waar te nemen en over te nemen, hun referentiepunt, de ouders en de anderen met wie het kind samenleeft, de kinderen worden door hen beïnvloed en willen hen imiteren.
Het is duidelijk dat men het kind niet een gezonde voeding kan laten volgen, wanneer zij die elke dag naast hem aan tafel zitten, zich voeden met vuilniseten.
Door het hele gezin zou een voldoende gezonde voedingswijze toegepast moeten worden.
Dit onderwerp is heel uitgebreid en het is evident data we er hier slechts een samenvatting van kunnen geven.
In elk geval, alles wat tot nu toe gesteld is, refereert aan het concept van de ware preventie, die zich slechts kan baseren op het herkennen en het respecteren van de natuurlijke wetten die het leven reguleren.
De preventie die door de zogenaamde ‘competente instanties’ wordt gepropageerd, is gebaseerd op vaccins, farmaceutische medicijnen, routine-tests, en voedingssupplementen beantwoordt fundamenteel aan factoren van commerciële aard.
Dankzij onze/deze stijl van leven heeft onze Alfred nooit medicijnen ingenomen of behandelingen van enig soort van buiten af gehad.
De bevestigingen van personen die de evidente gezondheid van Alfred toeschreven aan het toeval of aan het geluk hebben ons nooit ontbroken. De methode maakt gebruik van de natuurlijke capaciteit van zelfreparatie van het organisme, die in werkelijkheid zeer wonderbaarlijk is georganiseerd, en tegelijkertijd ruimschoots wordt ondergewaardeerd.
De lichte verstoringen van de gezondheid, en de symptomen die zich zo nu en dan bij Alfred voordeden zoals: hoest, verkoudheid, koorts, varicella (windpokken, rode huiduitslag) zijn van het soort dat wij noemen 'eliminatie-crises'.
Dit is de taal en het werk van het lichaam, dat dit werk begint en geleidt om de gezondheid te herwinnen. Het is een natuurlijke capaciteit eigen aan de levensvormen zoals het ook natuurlijk is om voedsel te verteren, metabolisme, het verwijderen van afval, ademen etc.
Het proces wordt geleid door de somatische intelligentie door middel van de energie van de zenuwen. Een positief proces, geheel ten voordele van het organisme dat het proces voortbrengt.
De algemene praktijk van het behandelen van symptomen met farmaceutische medicijnen of remedies, openbaart de totale incapaciteit van het begrijpen van de natuurlijke mechanismen zoals hierboven samenvattend is beschreven. Men prent ons in dat de symptomen negatief zijn en bestreden moeten worden. Het verdwijnen van de symptomen, dat wordt bereikt met de inname van medicijnen, wordt gezien als een genezing. Wij zeggen dat dat een illusie is. In werkelijkheid komt een dergelijke praktijk neer op het onderwerpen het organisme en ze neigt ertoe om het probleem chronisch te laten worden. De symptomen zijn uit het organisme weggegaan omdat het lichaam ertoe geroepen werd om de strijd met een ander noodgeval aan te binden, of, beter gezegd, een regelrechte inval door de behandelingen en de farmaceutische medicijnen, die uiteindelijk de symptomen onderdrukken en nooit de werkelijke oorzaak aanpakken/verwijderen.
Uiteindelijk zijn de zogenaamde 'complicaties', die gewoonlijk worden toegeschreven aan de ziekte, niet anders dan het resultaat van de onlogische behandeling zelf.
De kleine problemen en ongemakken van Alfred zijn we tegemoet getreden door te proberen om de oorzaak te voorkomen/verwijderen. En de oorzaken die we konden identificeren, in de stijl van leven op alle niveaus, die hebben we gecorrigeerd. Daarbij hebben we in ieder geval rust in iedere zin aangemoedigd, en ook hebben we eventueel het dieet wat aangepast door lichter voedsel aan te bieden, en, wanneer dat nodig was, een korte vastentijd.
Dit is wat er dient om het spontane proces van genezing te ondersteunen (goed te doen), en bovenal om dit proces niet in de weg te staan (niet te verhinderen).
Soms is het voldoende om de inname van de granen of het gekookte eten voor één of twee dagen te onderbreken, om zodoende de onmiddellijke terugkeer naar de normale gezondheid te zien. Het is indrukwekkend om te zien hoe snel de kinderen herstellen, wanneer ze worden geassisteerd op een toepasselijke manier.
We denken ook aan de gewoonte om de kinderen te voeden ook wanneer ze ziek zijn, een veel voorkomende fout. Gelukkig, de kinderen behouden een gezond instinct, en wanneer ze ziek zijn, weigeren ze het eten.
Diverse personen die wij kennen verzekeren ons dat, ook wanneer wij ons systeem (ver)volgen, we de kinderziekten die van het ene op het andere kind worden overgebracht, op geen enkele manier kunnen vermijden, wanneer Alfred op plaatsen zou zijn gekomen waar veel kinderen zijn. Het is in elk geval zo, dat Alfred al sinds jaren op die plaatsen komt.
Het begon al omdat we ons huis openen voor bezoek. En Alfred ging op een cursus 'watervij maken'. Daarna de crèche, en nu zit hij op de kleuterschool, en dat alles zonder dat we van dit soort problemen iets hebben gemerkt.
Wij wisten het, en we herhalen het hier, het echte probleem wordt niet veroorzaakt door besmetting, en ook niet door virussen, en ook niet door bacteriën.
Alfred ging in de derde maand rechtop zitten.
In de vierde maand was zijn gewicht het dubbele van zijn geboortegewicht.
Na tien maanden en twintig dagen kon hij 'los', zonder hulp, lopen.
We hebben bij Alfred de volgende tekenen van een goede gezondheid kunnen constateren:
Mentaal is hij prompt (direct, alert) en hij heeft een uitstekende intelligentie.
Hij heeft een vrolijk en content karakter.
Zijn ogen zijn goed open, helder (licht) en lachend.
Hij spuugt nooit, geeft nooit over, er komt nooit eten 'terug'.
Zijn darmbewegingen zijn normaal, zijn ontlasting is normaal gevormd en normaal van kleur.
Hij huilt bijna nooit.
Zijn gewicht gaat op een zodanige wijze omhoog dat hij op een gezonde manier groeit, zonder ophoping van vet.
Zijn huid/weefsels is/zijn elastisch maar sterk, met sterke spieren.
Hij slaapt de hele nacht diep.
Hij heeft een rozige huid.
Hij verliest geen gewicht.
Er zijn tekenen van verzwakking van de gezondheid die de ouders tot waakzaamheid zouden moeten aanzetten. Helaas zijn deze symptomen zo frequent, dat, uit onwetendheid, ze vaak worden geaccepteerd en beschouwd als natuurlijk of normaal.
Hier volgt een lijst van beginsymptomen die een zeker ongemak of een verzwakking bij het pasgeboren kind kunnen aangeven.
Mentale traagheid.
Geïrriteerd zijn, slecht humeur, niet content zijn.
Ogen met de oogleden ietwat toe, ogen met een weinig levendige uitdrukking.
Verwekelijkte en niet-heldere constitutie. (?)
Gebrek aan eetlust, onverschilligheid ten opzichte van voedsel.
Spugen, overgeven, terugspugen van voedsel.
De hik hebben.
Opgeblazenheid, winderigheid, het laten van winden, gewoonlijk met een nare geur.
Verstopping.
Diarree, waterige ontlasting van een groenige kleur, of van een andere abnormale kleur, waarin klonters van melk zijn. Ontlasting met een erg nare geur.
Kolieken.
Verkoudheden, verstopte neus, neuscatarre (ontsteking en slijmvorming).
Veel voorkomende huilbuien en jammeren.
Verlies van gewicht, verzwakking.
Te veel aan vet.
Verstoorde slaap. Slaap die niet heel diep is, slaap die onderbroken is. Slaap die niet voortduurt tot de ochtend.
Huilen en jammeren gedurende de slaap. Moeilijk in slaap kunnen komen.
Verstoringen van de gezondheid, en pijnen.
Rode wangen vanwege bloedstuwing (te rode wangen).
Mond open gedurende de slaap.
Adem halen door de mond.
Zwakke en zachte spieren.
Huidaandoeningen, huidirritaties.
De gezondheid is de normale constitutie, die minder goed wordt, wanneer niet aan de onontbeerlijke omstandigheden tegemoet wordt gekomen..
Het beïnvloeden van deze omstandigheden ligt voor een heel groot deel binnen ons bereik, dat is zo wanneer we tot het inzicht komen dat we recht hebben opeen correcte en complete informatie.
Wij weten dat de autoriteiten, helaas, en daaruit volgend ook de scholen van welke soort dan ook, en ook de media, niet adequaat voorzien in die zin, met als consequentie dat vaak alles aan de besluiten van enkele personen wordt overgelaten om de dingen tot op de bodem uit te zoeken.
Deze personen neigen ertoe om kleine associaties te vormen, die steunen op idealen van de waarheid, hetgeen hen in zekere zin beschermt tegen externe conditioneringen, bijvoorbeeld commerciële of religieus-dogmatische.
Op het moment, evenwel, bereiken deze bewegingen nog niet de grote massa (van personen). Veel mensen blijven onbewust afgesneden van dit alles.
Het hoofdmotief van dit alles is er toe bij te dragen aan de precieze eisen van de politieke en economische macht, die niet hechten aan ethisch handelen, en daarom, in plaats van deze bewegingen te ondersteunen, hen tegenhoudt.
Dr. Herbert Shelton bevestigt in de inleiding van zijn boek "Assistenza Igienica ai Bambini":
(SHELTON, H. M. / 1931 / The hygienic care of children.)
"Allemaal houden we van kinderen, allemaal zijn we zo aardig ten opzichte van de allerkleinsten, en zo slecht zijn we geïnformeerd over dat wat deze kinderen daadwerkelijk nodig hebben, dat we, 'met heel ons hart', vaak we bevorderen dat hun leven 'uitgaat', op een volkomen legitieme en reguliere manier."
Er is niets mooiers op de wereld dan een kind, in volle gezondheid, en goed ontwikkeld, gelukkig en content.
Niets bezorgt ons meer medelijden dan een kind dat lijdt ...
Men zou een natie van gezonde en goed-ontwikkelde kinderen kunnen hebben als we hun belangen op de eerste plaats zouden zetten, en de commerciële belangen op de laatste plaats.
Dat wat we hier eveneens willen uitleggen, is, dat we zekerder zijn dat in potentie de gemiddelde gezondheid van de kinderen beslist beter zou kunnen zijn.
Natuurlijk verschilt deze zaak niet ten aanzien van de volwassenen.
We weten dat er veel kinderen zijn die aan diverse ziekten lijden, zoals kolieken, epilepsie, ADHD (hyperactiviteit en gebrek aan concentratie / aandachtsstoornis met hyperactiviteit), autisme, allergieën, astma, tumoren, leukemie, kinderdiabetes, plotselinge dood van een kind (zgn. wiegedood?), voortijdige puberteit, enz, en het lijkt erop dat het aantal aandoeningen maar steeds meer en meer wordt.
Degene die, zoals wij, er van overtuigd is dat dit allemaal te vermijden is, geven niet op.
We zijn bereid tot samenwerking en wellicht tot het creëren van een werkgroep, een groep voor wederzijdse hulp.
Bibliografie:
Dr. Herbert M. Shelton - Assistenza Igienica ai bambini
" " - Introduzione all’Igiene Naturale"
" " - Il Sistema Igienistico
" " - Nutrizione superiore
Dr. John.H.Tilden - La tossiemia – causa primaria di malattia
AAVV - Il digiuno terapeutico
Dr. Nicole Boudreau - Il Digiuno per la propria Salute - uno straordinario metodo
per disintossicarsi e ringiovanire
Dottori Harvey
e Marilyn Diamond - A tutta salute
Dr. Désiré Mérien - Le compatibilità alimentari
Dr. Valerio Pignatta - Vaccinazioni Perché? L’indebolimento della salute e
dell’eredità genetica umana
Dr. Gerhard Buchwald - Vaccinazioni - Il business della paura – Quello che ogni
genitore dovrebbe sapere
La leche league international - L’arte dell’allattamento al seno
Proff. Armando D’Elia - Miti e realtà dell’alimentazione umana. Le ragioni del vegetarismo
in un’analisi scientifica del rapporto tra alimentazione e salute
Janet Balaskas - Manuale del parto attivo
Dr. Lorenzo Acerra - Denti Tossici – le otturazioni dentali che rilasciano mercurio
. " " - Fluoro - pericolo per i denti veleno per l’organismo
- Sugar Blues 2 nuovi veleni senza calorie aggiunte
William Dufty - Sugarblues – il mal di zucchero – lo zucchero nuoce
gravemente alla salute
Jan-Uwe Rogge - Quando dire no – Perché i bambini hanno bisogno di limiti
Lee Carroll e Jan Tober - I Bambini Indaco – THE INDIGO CHILDREN – una nuova
evoluzione del razza umana
Dr. P. Kouchakoff - La leucocitosi digestiva – nuove leggi sull’alimentazione umana
basate sulla leucocitosi digestiva
Per avere informazioni potete contattarci ai seguenti numeri:
Daniele Bricchi Tel. 0523 – 913142
danielebricchi@hotmail.com
Michela Bianchini Tel. 0523 – 073590
alcet@libero.it
(Het mag lijken, nadat we dit alles zo hebben opgeschreven, dat Alfred een proefkonijn is geweest ten bate van onze studie van de Natuurlijk Hygiëne. In werkelijkheid is alles heel natuurlijk gegaan, en het is Alfred zelf geweest die ons heeft aangeduid wat de beste keuzen voor hem waren, en op welk moment die moesten komen.)